Leseprobe

39 Lu c i n d a Ma r t i n SCHE P P I NG Voor Jacob Böhme zijn ‘Schepping,’ ‘Geboorte’ en ‘Openbaring’ synoniemen. Hij ziet de Schepping niet als een afgeronde daad van God, maar als een dyna- misch en permanent proces dat zich voltrekt op meerdere niveaus van de werkelijkheid. Deze ver- schillende scheppingsdaden herhalen en weerspie- gelen zich eeuwig. Böhme reflecteert niet alleen op het werk van een Schepper-God, maar ook op de oorsprong van God. Hij wilde zowel religie als wetenschap duiden in zijn werken over de Schep- ping. Wanneer Böhme voorbeelden geeft van de Schepping biedt hij daarom ook bespiegelingen over de oorsprong van het Goddelijke en de Drie-eenheid, het ontstaan van de natuur en de mensheid, de Mens- wording van Christus en Zijn Wederopstanding, de wedergeboorte van elke christen afzonderlijk en de wederopstanding van gelovigen na de wederkomst van Christus. Ook zijn eigen schrijfproces zag Böhme als onderdeel van het goddelijke en voortdu- rende proces van de Schepping. In al deze gevallen die door Böhme als Schepping worden gezien, streeft 1 ‘Fiat,’ in: Robert Fludd, Utriusque cosmi maioris scilicet minoris [...] historia , Oppenheim 1617, Sächsische Landes­ bibliothek – Staats- und Universitäts­ bibliothek, 1.B.3237-1

RkJQdWJsaXNoZXIy MTMyNjA1