Leseprobe
101 Lu c i n d a Ma r t i n VR I JHE I D Dat mensen werden geschapen naar Gods evenbeeld is het fundament van Böhme’s opvatting over vrij- heid. Volgens Böhme kwam de Godheid eerst te voorschijn uit wat hij de ‘duistere vallei’ of de ‘diepte’ ( Ungrund ) noemt. Omdat deze duisternis nog geheel ongedifferentieerd was, verwijst Böhme er ook wel naar als ‘vrijheid’. Iedere nieuwe plant, dier of mine- raal in de Schepping is gemaakt uit deze ‘al-moge- lijkheid’ en is aan bepaalde grenzen en natuurwetten onderworpen. Mensen werden net als andere schep- sels geschapen als een ‘vonk uit de al-mogelijkheid’.92 Omdat zij echter ook zijn geschapen ‘naar Gods even- beeld’, moesten zij worden uitgerust met een vrije wil. Böhme schrijft daarom dat de ‘Wils-Geest’ van de mensheid vrij is, zo ‘vrij als God’ ( Brieven 11.51). De reguliere geloofsrichtingen in Böhme’s tijd – Katholiek, Luthers en Calvinistisch – hingen het traditionele idee aan dat de mens sinds de Zondeval verdorven is en niet vrij kan handelen in morele kwesties. Hoewel Böhme Maarten Luther bewon- derde en iedere zondag de Lutherse dienst bijwoonde, wees hij diens standpunt over de vrije wil af. Böhme stelt dat zelfs na de Zondeval de vrijheid van de men- selijke wil grenzeloos zal blijven, want deze aangebo- 1 Titelpagina in: Jacob Böhme, Das seraphinische Blumengärtlein , Amsterdam 1700 (Detail van afb. 5)
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MTMyNjA1