Leseprobe

138 Jacob B öhme in Amste rd am dere beschouwing aan de liefhebbers van de Wijs- heid aangeboden in de eerste figuur bij de titel van al zijn werken. De uitleg daarvan is in deze kleine ruimte even onmogelijk als onnodig te noemen, omdat zij in de navolgende afzonderlijke geschriften overal uitvoerig verhelderd wordt, waarnaar wij de lezer verwijzen – die wij bovendien op weg hebben geholpen met de opgezochte verwijzingen door alle traktaten, hoofdstukken en verzen heen. Om iets daarvan toch slechts aan te stippen, willen wij de lezer herinneren aan wat de auteur van de beide eeuwige principes van de duistere en de lichte wereld overal behandelt, dat zij weliswaar een bol vormen in de eeuwigheid, maar in de [tijdelijke en aardse] concreetheid als gescheiden van elkaar en ruggelings tegen elkaar aan staan. De zwarte halve cirkel links2 is het principe van de duistere wereld, de subtiele rechts dat van de licht- wereld; de middelste, als een oerwiel, is het uiterlijke mysterie van de schepping van deze wereld ofwel het derde principe. De 7 cirkels daaromheen, waarvan de 7e bovenaan als een schitterende zon verschijnt, hebben uiteenlopende betekenissen. Te weten de 7 geesten Gods, of de 7 eigenschappen van de natuur, de 7 dagen van de schepping van de wereld inclusief de sabbat, de 7 zegels, de 7 tijden, en de 7 beden van het Onze Vader enzovoort. 12. Ook de 12 getallen van de uren worden in de Schriften aangeduid, waarover het volgende op te merken is. Het getal 1 dat bovenaan buiten de cirkel op de kruin of het schedelpunt van de cirkel van de klok staat, duidt allereerst de goddelijke Eenheid aan, te weten het begin van alle wezens, of de majesteit met de kroon en de scepter, zonder verandering of beweging, en onbegrijpelijk voor het geschapene omdat het een geest is. Recht naar beneden door het betekent het getal 7 het wezen of het heilige ele- ment van de goddelijke lichamelijkheid, waaruit alle dingen geschapen zijn. In de tweede plaats duidt het de Eerste Ene mens Adam aan, die God in het hel- dere lichaam van licht ofwel van Paradijselijke aard geschapen en tot koning en heerser van alle schep- selen gesteld heeft, zoals de 8e psalm zegt: ‘Alles heeft u onder zijn voeten gesteld.’ Omdat hij echter de Eenheid van God, te weten de ware Wijsheid, verla- ten heeft en verlangd heeft naar de schranderheid van de kennis waar het goede en kwade vermengd zijn, heeft hem zo ook de geest van de zichtbare natuur gegrepen en in het veranderlijke wiel van tijd en ijdelheid gevoerd, zodat hij van zijn hoogte en waarde afgevallen is: zoals [namelijk] de Geest van de wereld nog op dit uur en tot het einde van de tijd op alle wijzerplaten in de wereld met dit nummer 1 weliswaar openlijk afbeeldt, hoewel niemand er aan denkt of het begrijpt. In de derde plaats duidt het de naam Jezus aan, te weten de hoogste liefde van de Eenheid van God, die zich overgegeven heeft in de dood van de gevallen mens, en deze weer tot leven herboren heeft. Die heeft het verloren rijk van de mens weer heroverd, is opgevaren naar de hemel en heeft de koninklijke plaats van het Paradijs weer ingenomen, die heerst nú in de geest van de gelovi- gen, en zal na de voleinding van de tijd met hen als hun koning en goddelijke monarch van de vrede heersen in alle eeuwigheid. Ten vierde zijn nog meer uitleggingen van de voorbeelden van Christus in de aartsvaders Izaäk, Jacob, Juda, Jozef etc. op de aan hen gewijde plaatsen te vinden. De daarop volgende cirkel aan de linkerkant neerwaarts, waar de getallen 2 en 3 in vallen, is afge- scheiden van de bovenste helder oplichtende cirkel, zodat hij hem niet raakt, en duidt net als de volgende cirkels de in twee of meer delen gedeelde eigenschap- pen van de gevallen menselijke natuur aan, te weten de werkelijkheid van de slechtheid, zoals te zien is