Leseprobe
161 D e titel - i l lu strati es v an Mi chael Andre ae Wie eenmaal ontkomen is aan het vuur en de duis- ternis, mag wel blij zijn dat hij het water en licht bereikt heeft die de dood en helle-angst verzegelen en aan zijn ziel lafenis en leven geven. Maar je woont nog op de grens van Edom26 die aan de vloek overgegeven is, daarommoet je nog een tijdlang waken over je ziel, voorzichtig ervoor zijn en in vrees erom leven. Want je onbeschaamde vriend zal voor je vrees vrezen, en daarmee kun je je leven veilig houden: wanneer je op je plaats blijft tot je verleider verdwenen is, dan ben je ook voor je vijand veilig. Vlieg alleen niet boven de troon van God uit, opdat je niet Lucifer verjaagt die voor je uit gevlogen is, en je hierna eeuwig met hem meevliegen moet. Daal ook niet te laag af, opdat je niet onder de ver- standeloze dieren terecht komt, want dat is ook een gruwel en voor het goddelijke geslacht te verachte- lijk: in het midden heb je het onderste en het boven- ste bij elkaar. Je zou je oog wel hoog kunnen opheffen tijdens het lofgezang op je God en verlosser: bedek het echter met diepe deemoed zoals de serafijnen – die willen God in eigen persoon niet aankijken, terwijl zij toch volgens de orde de goden zijn die het dichtst bij God zijn, en de lichten die het dichtst bij het licht zijn. Want wie zich in het water van Gods gelaten- heid laat gaan en ermee versmelt, vindt het Woord in het vlees waarin hij veilig woont voor de dood en de hel, en kan God zien en daarnaast al zijn werken en wonderen van deze wereld. Zoals dit boek onderricht. DE GE LAT ENHE I D
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MTMyNjA1